INGEZONDEN
Aan: Plaatselijk belang Warga en redactie Havensbank
Betreft: Berichtgeving rondom café Lands Welvaren
Beste lezer,
Naar aanleiding van de berichtgeving in de
Leeuwarder courant en de Havensbank over Café ’s
Lands Welvaren voel ik me geroepen om te reageren
op de in mijn ogen eenzijdige berichtgeving vanuit
plaatselijke belang.
Deze berichtgeving stuit mij als dochter van de
persoon die gedurende 27 jaar eigenaar en uitbater is
geweest van het café in Warga tegen de borst. Er
wordt vooral gesproken over emoties van gemis in het
dorp. Wat ik daarbij mis is iets van aandacht c.q.
waardering voor de jarenlange inspanningen van mijn
vader (en ook van mijn zus die hem altijd heeft
geholpen). In mijn ogen wordt hiermee geen recht
gedaan aan de bijzondere positie die mijn vader als
kroegbaas gedurende al die jaren in het dorp heeft
gehad. Zeker, ik besef mijzelf heel goed dat ik niet
objectief ben maar juist omdat ik heb gezien hoe Jaap
zich sinds lange tijd moest inspannen om het hoofd
boven water te houden maakt dat ik hier op wil
reageren.
Centraal thema in de communicatie over dit
onderwerp is dat Warga ‘haar’ café wil behouden.
Warga wil het café weer terug voor het dorp hebben.
Dat is een mooi streven, maar deze uitspraken
verbazen mij ook. Naar mijn weten is het café
namelijk nog nooit in handen geweest van het dorp,
maar altijd van een ondernemer. Een ondernemer die,
net zoals andere ondernemers in het dorp, wanneer
hij of zij wordt geconfronteerd met te weinig klandizie
en dus te weinig omzet, in continuïteitsproblemen
komt.
De afgelopen jaren is langzaam maar zeker de (in
mijn ogen oneerlijke) concurrentie toegenomen. Ik
noem daarbij o.a. het dorpshuis, de voetbalkantine,
de bidler en de jeugdsoos. Gelegenheden welke tot
stand zijn gekomen door subsidie, soms zelfs
ondersteund worden met structurele bijdragen uit
collectieve middelen en in veel gevallen daarbij
bestierd wordt door een scala aan vrijwilligers. Hier
kan geen enkele ondernemer tegenop natuurlijk. Dat
een individuele ondernemer het “af moet leggen”
tegen dergelijke gemeenschappelijk gedragen
instellingen is evident gebleken. Het voorkomen van
oneerlijke concurrentie of, nog beter, het in
redelijkheid verdelen van activiteiten over de
aanbieders in het dorp is geen sinecure, dat besef ik
mij best wel. In de Leeuwarden Courant las ik dat er
in 2015 een onderzoek is geweest naar bovenstaande
situatie in het dorp en dat hierbij duidelijke uitspraken
zijn gedaan. De wijze waarop Plaatselijk Belang zich
heeft ingespannen is blijkbaar even goed bedoeld als
onhaalbaar gebleken.
Noodgedwongen schikte Jaap zich de laatste jaren
steeds meer in zijn lot en probeerde zo goed en zo
kwaad het ging zich aan te passen aan de wensen van
en veranderingen in het dorp. De prijzen van de
biertjes laag houden, nog langere openingstijden
omdat klanten dat graag willen, accepteren dat werd
geageerd tegen het betalen van een gering bedrag
aan entree wanneer er een bandje speelt (alsof je bij
de bakker alleen je brood afrekent en niet je gebak).
Frustrerend en vermoeiend voor Jaap? Jazeker, maar
je hoorde hem niet klagen.
Het is geen hogere wiskunde om te kunnen bedenken
dat een dergelijk groot pand niet onderhouden kan
worden van de omzet van een paar biertjes in de
week. Acties zoals: Warga verdient een bruine kroeg
waarbij de Bidler werd omgetoverd tot een bruin café
heb ik met lede ogen aangezien. Wat dit doet met
iemand die 27 jaar lang, 6 dagen per week tot vaak
ver na middernacht de kroeg open hield is eigenlijk
onvoorstelbaar. Maar ook hier hoorde je hem niet
over.
Natuurlijk er hadden de afgelopen jaren andere
keuzes gemaakt kunnen of misschien wel moeten
worden, maar het is als eenling niet eenvoudig om
jezelf in de ontwikkelingen staande te houden.
Iedereen weet het beter, je doet het nooit goed en
dan zijn er ook nog dorpsbewoners die nooit in de
kroeg komen, maar zich wel een mening permitteren.
Hiermee wil ik trouwens de mensen die hem wel
hebben gesteund de afgelopen jaren niks tekort doen
en hen hierbij daarvoor hartelijk danken.
Ik had gehoopt dat Jaap na de gedwongen verkoop, 2
jaar geleden eindelijk de handdoek in de ring zou
gooien en zou stoppen. Helaas, hij vond zelf dat hij
dat niet komen maken, want dan had Warga geen
kroeg meer. Het moge duidelijk zijn dat met de
verkoop van de woning en het café zijn pensioen is
verdwenen en er was voor Jaap dus geen redelijke
mogelijkheid om vervroegd uit te treden. Sterker nog,
gelukkig moet hij nu op 71 jarige leeftijd gedwongen
stoppen, ik vermoed dat hij anders gewoon nog door
had gezet.
Mijn wens was dat Jaap nog een mooie tijd zou
kunnen genieten van het leven, helaas lijkt dit door
zijn huidige gezondheid een andere invulling te
krijgen. Mijn zus en ik hebben vorige week met een
laatste rondgang afscheid genomen van
ons
café en
de laatste spulletjes met wellicht emotionele waarde
voor Jaap meegenomen. Terugkijkend zijn er vele
mooie momenten geweest (met name in de begin
jaren), maar ook veel zorg, wat ook invloed heeft
gehad op ons als gezin.
Voor mij staat echter als een paal boven water dat er
maar één is die dit einde niet heeft verdiend. En dat is
Jaap.
Mirjam Wesselius
4